Welkom
Drempeltekst (naar Lucas 2: 6 - 7 )
En terwijl zij in Bethlehem verbleven,
brak het uur aan dat zij bevallen moest.
Zij bracht een zoon ter wereld,
haar eerstgeborene,
wikkelde hem in doeken
en legde hem neer in de kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de Herberg ...
Zingen: Wat vrolijk over U geschreven staat
Wat vrolijk over u geschreven staat: dat Gij zijt de gloed van al wat leeft, de ziel die als een brand uitslaat, de adembron die ons te drinken geeft.
Wat vurig staat geschreven: dat Gij komt
redden wat verloren is , dat woord,
dat Gij het hart hebt, ogen, dat Gij hoort,
‘Ik zal er zijn’, zonsopgang, nieuw verbond.
Dat hoge woord, geschreven zwart op wit,
trouw van trouw, hoe heeft het ons bevrijd,
beschaamd, vervoerd, getroost, dan weer getart.
Hoe dorsten wij te weten wie Gij zijt.
Het licht wordt binnengebracht
Tijdens het binnenbrengen van het licht zingen we
meerdere keren: Gegroet jij die hier komt om licht
Inleiding: Het licht in de wereld
Het licht in de wereld. Samen hebben we het licht binnengedragen en verzameld op deze kandelaar. Een kandelaar met 7 kaarsen als symbool van geloof en hoop en verspreider van het licht.
Kerstmis, het feest van het licht, het feest van de vervulde verwachting.
De emotionele lading ervan bestaat uit de mengeling van verdriet om deze wereld met haar onvrede en het uitzien naar de morgen, naar een nieuwe dageraad, een nieuwe geboorte, als teken van de onverwoestbare hoop. Het visioen wordt "eenvoudig" dichterbij gehaald. In een simpel verhaal tegenwoordig gesteld: vandaag, hier en heden is het geschied, aardse werkelijkheid, vlees geworden. Het wordt van boven al bevestigd door de engelen, boden van Adonai. En dit begin zal door geen machthebber ongedaan worden gemaakt.
Alle verwachtingen en beelden ontmoeten elkaar in het Klein Kerstoratorium dat begint met het verhaal van de geboorte van Jezus als we zingen "In die dagen..." zoals wordt verteld in het bijbelboek Lucas.
De komst van de Messias waarvan Johannes de doper al eerder getuigde als we zingen "In den beginnen was het woord ...". Dan vormt een collage van teksten uit de profetieën van Jesaja het hart van dit oratorium: je eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf aan de slag gaan om ons van onderdrukking en onrecht te bevrijden.
Tenslotte wordt de komst van een nieuwe wereld geschetst. We zingen: "Het volk dat in duisternis gaat zal aanschouwen groot licht". De mens zal zich, geïnspireerd door het leven van het kind dat vandaag geboren wordt, een nieuwe wereld scheppen. Een wereld waar brood en recht en waardigheid is én liefde -- voor al wat leeft.
Klein Kerstoratorium
In die dagen werd een bevel uitgevaardigd door keizer Augustus
dat er een volkstelling moest worden gehouden
over heel de wereld.
Deze volkstelling vond plaats
voordat Quirinus landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis om zich te melden,
ieder in zijn eigen stad.
Ook Jozef ging op weg,
en omdat hij uit het huis en geslacht van David was,
trok hij vanuit Nazareth in Galileanaar Judea toe,
naar Bethlehem. de stad van David,
om zich daar te melden,
samen met Maria zijn vrouw, die zwanger was.
En terwijl zij in Bethlehem verbleven
brak het uur aan dat zij bevallen moest.
Zij bracht een zoon ter wereld,haar eerstgeborene,
wikkelde hem in doeken
en legde hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Nu waren er herders in de buurt;
die nacht, in het open veld,
hielden zij de wacht bij hun kudde.
Plotseling stond voor hun ogen een engel des Heren
en de glorie des Heren omstraalde hen,
zij werden zeer bevreesd.
Maar de engel sprak tot hen:weest niet bevreesd,
want ik verkondig u een grote vreugde,
die voor heel het volk bestemd is.
Heden is u, in de stad van David,
een redder geboren,de Heer, de Messias.
En dit zal u een teken zijn:
gij zult een pas geboren kindje vinden,
het is in doeken gewikkeld,
het ligt in een kribbe.
Plotseling was de engel omringd
door een schare van hemelse machten.
Zij verheerlijkten God, en zij riepen:
Ere zij God in de hoge
en vrede op aarde voor alle mensen van goede wil.
En het geschiedde,
toen de engelen van hen waren weggevaren
naar de hemel,
dat de herders zeiden tot elkaar:
Laat ons gaan zien
het woord dat daar geschiedde.
Laat ons gaan zien
het woord dat daar geschiedde.
In den beginne was dat woord
roepend om licht, en het licht werd geboren.
Roepend om mensen, zij werden geboren.
Roepend om ons en
wij mensen werden geboren.
In dat woord was leven, levenslicht.
In dat woord was leven.
Levenslicht, bronwaterlicht, ziel, leeftocht,
adem voor de mensen.
En dat woord geschiedt waar mensen zijn.
licht en duisternis waar mensen zijn.
En het licht schijnt in de duisternis.
En de duisternis heeft het licht niet overmeesterd.
Nee niet ingekort is Zijn arm
dat Hij ons niet zou kunnen bevrijden.
Niet verstopt is Zijn oordat Hij ons niet zou horen.
Maar de misdaden van mensenverduisteren het licht.
met bloed bevlekt zijn hun handen
leugentaal is op hun lippen
spinnenwebben weven ze aaneen
addereneieren broeden ze uit -
wij plegen geweld, zaaien verwoesting,
de weg van de vrede kennen wij niet.
En het licht schijnt in de duisternis.
En de duisternis heeft het licht niet overmeesterd.
Wij wachten op licht maar het blijft donker
'Licht van de zon' - maar wij dolen in duisternis.
Blinden, zo tasten wij in het rond
onzekere mensen zonder ogen
wij struikelen op klaarlichte dag
in de bloei van ons leven zijn wij als doden.
Leeggeplunderd hebt gij het land
met het geroofde goed van de armen
vult gij uw huizen.
Met welk recht vertrapt gij mijn volk?
Wee over hem die huis na huis opkoopt
die akker bij akker trekt
tot er geen grond meer over is.
Wee over hem die goed noemt wat kwaad is.
Stem van een roepende:
Baan in de woestijn zijn weg.
Bergen en heuvels moeten geslecht
afgronden moeten worden gevuld
krochten moeten worden: bewoonbaar
klippen een vruchtbare vallei.
Enkel door recht te doen
zult gij worden bevrijd.
Het volk dat in duisternis gaat
zal aanschouwen groot licht.
Die wonen in schaduw van dood
over hen op gaat het licht.
Zij zullen lachen en juichen
als op de dag van de oogst.
Het volk dat in duisternis gaat
zal aanschouwen groot licht.
Die wonen in schaduw van dood
over hen op gaat het licht.
Het slavenjuk dat ons drukte
de stang op onze schouders
de stok waarmee wij worden geslagen
breekt Hij in stukken, op Zijn dag.
De stampende trappende laarzen
de kleren in bloed geverfd
vallen ten prooi aan het vuur.
Want een kind ons geboren.
Want een zoon ons gegeven.
Op zijn schouders het rijk van de vrede
en de namen waarmee hij genoemd wordt:
God onbedwingbaar, Vader-voor-eeuwig,
Koning van de vrede.
Kind ons geboren,
Zoon ons gegeven,
God onbedwingbaar,
Vader-voor-eeuwig,
Koning van de vrede.
Mocht ons verschijnen
deze gerechte,
mocht Hij ons geven:
licht van zijn ogen,
adem van zijn leven
Ooit smeden de volkeren der aarde
hun zwaarden tot ploegijzers om,
hun lansen tot sikkels, om het koren te oogsten.
Geen volk trekt het zwaard meer tegen een ander
niemand oefent zich meer voor de strijd.
Dan vlijt de panter zich naast het bokje
de wolf en het lam liggen samen
het kalf en de leeuw zullen grazen op een veldje -
een kind kan ze weiden.
De zuigeling zal spelen
Bij het hol van de adder
een kind steekt zijn handje
in het nest van de slang.
Kind ons geboren,
Zoon ons gegeven,
God onbedwingbaar,
Vader-voor-eeuwig,
Koning van de vrede.
Mocht ons verschijnen
deze gerechte,
mocht Hij ons geven:
licht van zijn ogen,
adem van zijn leven
En geen mens zal meer onheil stichten.
Zoals de zeebodem bedekt is met water
zo zal de aarde met vrede bedekt zijn.
Kind ons geboren, zoon ons gegeven,
Vader-voor-eeuwig, Koning van de vrede,
God, onbedwingbaar.
Muziek van CD: James Galway- Arioso mesto
Johann Joachim Quantz (1697-1773)
Tekst: De utopie van de vrede
Schriftuitleg bij het klein kerstoratorium geschreven door Huub Oosterhuis.
Zingen: Moge het delen
Moge het delen van dit brood en deze beker ons hart versterken, dat wij vol hoop meewerken aan een nieuwe wereld waar brood en recht en waardigheid is én liefde voor al wat leeft!
Delen van brood en beker
Mededelingen, bloemen en collecte
Zegenbede
Moge de weg je zeggen:
Volg me maar.
Moge de ster je zeggen:
Richt je vaart op mij.
Moge de grond je zeggen:
Bezaai me.
Moge het water je zeggen:
Drink me.
Moge het vuur je zeggen:
Warm je.
Moge de boom je zeggen:
Schuil in mijn schaduw.
Moge de vrucht je zeggen:
Pluk me, eet me.
En als je de weg kwijtraakt,
geen vaste grond meer vindt:
en dreigt te verdrinken,
als het vuur gedoofd is
en je kou lijdt
in een nacht zonder sterren,
als de bomen kaal zijn
en je honger en dorst hebt,
dan moge een stem je zeggen:
Wees niet bang.
Ik zal er zijn.
Zingen: Soms breekt uw licht
Gedenk ons die als hij
geboren zijn, eens en voorgoed,
die uit zijn mond
uw naam hebben gehoord,
die moeten leven
in de schaduw van de dood,
die moeten leven
in de schaduw van de dood
hem achterna (4x).
Kerstwens
Herkomst van muziek en teksten:
Huub Oosterhuis en Antoine Oomen: Klein Kerstoratorium
CD: Christmas Guitar
CD: James Galway ‘Quantz’
|